Aegon verkoopt zijn Canadese activiteiten voor 600 miljoen Canadese Dollar (EUR 423 miljoen) aan Wilton Re.
[node:field_featured_media:entity:field_media_image]Het netto onderliggend resultaat van Aegon's Canadese activiteiten over de meest recente vier kwartalen (tot en met juni 2014) bedraagt in totaal CAD 26 miljoen, terwijl het eigen vermogen exclusief herwaarderingsreserves (op basis van IFRS) eind juni 2014 gewaardeerd is op CAD 1,8 miljard. De verkoopprijs komt hiermee uit op 23 keer het netto onderliggend resultaat. De transactie zal naar verwachting resulteren in een boekverlies van ongeveer CAD 1,2 miljard (EUR 0,8 miljard).
We monitoren en beoordelen voortdurend of onze activiteiten bijdragen aan de ambitie om een prominente rol te spelen in onze gekozen markten," aldus Alex Wynaendts, CEO van Aegon. "Wij zijn tot de conclusie gekomen dat dit bij onze Canadese levensverzekerings-activiteiten niet het geval is. De beslissing om de activiteiten af te stoten leidt tot een verbetering van Aegon's rendement op het eigen vermogen met 40 basispunten. Tegelijkertijd zijn wij ervan overtuigd dat dit een goede uitkomst is voor zowel onze klanten als medewerkers, omdat het bedrijf concurrerende producten gericht op het middensegment van de Canadese markt zal blijven aanbieden."
Aegon zal de opbrengst van de verkoop aanwenden voor een extra afbouw van schulden. Het is de intentie om met de opbrengst de aflossing van de in december 2015 aflopende senior obligatie (USD 500 miljoen; 4,625%) te financieren. Deze aflossing zal plaatsvinden naast de al eerder geplande aflossing van de in december 2014 aflopende senior obligatie (EUR 500 miljoen; 4,125%). Door de transactie en het niet herfinancieren van de senior obligatie zal Aegon's rendement op het eigen vermogen met 40 basispunten verbeteren, terwijl het netto onderliggend resultaat met minder dan 1% daalt. Bovendien zal de verhouding tussen vreemd vermogen en eigen vermogen op pro forma basis niet veranderen, terwijl de rentedekkingsratio met 0,6 keer verbetert.
De partijen verwachten de overname in het eerste kwartaal van 2015 af te ronden, afhankelijk van toestemming van de toezichthouders.